Daar woonde in een heel ver land
Wiede wiede wiet bom bom
Een man met aak'lig veel verstand
Wiede wiede wiet bom bom
Hij kon, wat niemand kreeg gedaan
Hij kon de eieren laten staan
Gloria victoria!
Wiede wiede wiet bom bom sa sa
Gloria victoria
Wiede wiede wiet bom bom
Die man (Columbus was zijn naam)
Wiede wiede wiet bom bom
Was in de scheepvaart zeer bekwaam
Wiede wiede wiet bom bom
Maar 't ambacht dat hij eigenlijk dee
Was land ontdekken in de zee
Refrein
't Was op een zondagmorgen dat
Wiede wiede wiet bom bom
Columbus aan de koffie zat
Wiede wiede wiet bom bom
En Spanjes koning met de tram
Na kerktijd even bij hem kwam
Refrein
Dag vriend, zei hij, hoe gaat het hier?
Wiede wiede wiet bom bom
Columbus zei: Heel goed menier!
Wiede wiede wiet bom bom
O, zei de koning, dat treft nu
Columbus ik heb werk voor u!
Refrein
Het is ja wijd en zijd bekend
Wiede wiede wiet bom bom
De zee, dat is jouw element
Wiede wiede wiet bom bom
Wil jij Amerika voor mij
Ontdekken, ja? Toe zeg het mij!
Refrein
Colurnbus zei: Is 't anders niet?
Wiede wiede wiet bom bom
Zowaar als ik Columbus hiet
Wiede wiede wiet bom bom
Zo'n reisje is me naar de zin
'k Ga met plezier het zeegat... uit!
Refrein
Columbus was nu binnen 't uur
Wiede wiede wiet bom bom
Al bijna klaar. Hij stopte het vuur
Wiede wiede wiet bom bom
Nog even in z'n pijpekop
En trok de klokgewichten op
Refrein
Nu kon hij gaan, en hij had geen vreé
Wiede wiede wiet bom bom
Voordat hij dobberde op de zee
Wiede wiede wiet bom bom
Hij ging toen zelf aan 't stuurrad staan
En kwam er met geen stok vandaan
Refrein
Zo voer men maanden alsmaar voort
Wiede wiede wiet bom bom
Maar nergens zag men land aan boord
Wiede wiede wiet bom bom
Het scheepsvolk zei: We gaan weerom!
Columbus zei: Dat nooit, potdom!
Refrein
Maar eind'lijk na de laatste week
Wiede wiede wiet bom bom
Daar zagen ze een groene streek
Wiede wiede wiet bom bom
Land, riep Columbus, 'k wist het wel!
Elk sprong van blijdschap uit z'n vel.
Refrein
En na een ogenblikje al
Wiede wiede wiet bom bom
Daar zette men de voet aan wal
Wiede wiede wiet bom bom
Ze keken eerst voorzichtig rond;
Let wel! Het was op vreemde grond!
Refrein
Columbus nam toen pistool en dolk
Wiede wiede wiet bom bom
En riep: Hei daar, is hier ook volk?
Wiede wiede wiet bom bom
Toen kwamen hem mensen tegemoet
Maar allemaal zo zwart als roet!
Refrein
Toen hij dat zwarte volkje zag
Wiede wiede wiet bom bom
Zei hij: Ik wens je goede dag
Wiede wiede wiet bom bom
Is dit misschien Amerika?
De wilden krijsten allen: ja!
Refrein
Juist, zei Columbus, 'k meende't al
Wiede wiede wiet bom bom
Zijn jullie negers bij geval?
Wiede wiede wiet bom bom
Ja, riepen ze, mijn lieve man
Ben jij misschien Columbus dan?
Refrein
Juist, zei Columbus, zo is 't krek
Wiede wiede wiet bom bom
En alle negers werden gek
Wiede wiede wiet bom bom
Och, riepen ze, mijn lieve tijd
Nu zijn we onze vrijheid kwijt!
Refrein
Columbus seinde toen al gauw
Wiede wiede wiet bom bom
Naar Spanjes koning en diens vrouw
Wiede wiede wiet bom bom
'k Heb land ontdekt en't volk erbij
Het land aan u; de eer aan mij!
Refrein