(Vlaams volkslied)
Melodie
Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw
Al dreigen zij zijn vrijheid met kluisters en geschreeuw
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft
De tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan
De legerbenden sneven, Een volk zal niet vergaan
De vijand trekt te velde, omringd van doodsgevaar
Wij lachen met zijn woede, de Vlaamse Leeuw is daar
Zij zullen hem niet temmen...
Hij strijdt nu duizend jaren voor Vlaand'rens dierbaar lot
En nog zijn zijne krachten in al haar jeugdgenot
Als zij hem macht'loos denken en tergen met een schop
Dan richt hij zich bedreigend en vrees'lijk voor hen op
Zij zullen hem niet temmen...
Wee hem, den onbezonnen, die vals en vol verraad
De Vlaamse leeuw komt strelen, en trouweloos hem slaat!
Geen enkel handbeweging die hij uit 't oog verliest
En voelt hij zich getroffen, hij stelt zijn mane en briest!
Zij zullen hem niet temmen...
Het wraaksein is gegeven, hij is hun tergen moe
Met vuur in 't oog met woede springt hij de vijand toe
Hij scheurt, vernielt, verplattert, bedekt met bloed en slijk
En zegepralend grijnst hij op 's vijands trillend lijk
Zij zullen hem niet temmen...